Uit het Studentenonderzoek 2015 van het Nibud blijkt dat 1 op de 3 van studenten die lenen, de studielening ook gebruikt voor andere doeleinden. Van alle studenten maakt 36% gebruik van een studielening. 1/3e daarvan gebruikt een deel van die lening voor later, bijvoorbeeld voor de aanschaf van een woning.
Steeds vaker moet voor bij de aankoop van een woning eigen geld worden meegenomen. Dan kan een studielening van pas komen; de rente op een studieschuld is een stuk lager dan de huidige hypotheekrente. Weliswaar kijken geldverstrekkers ook naar een studieschuld en zorgt het voor een lagere hypotheek, maar een studieschuld weegt beduidend minder zwaar mee dan andere schulden. En met het huidige lage rente (0,12%) kan het aantrekkelijk zijn om een deel van de studielening op te potten voor een eigen woning. Als het geleende geld op een spaarrekening wordt gezet (hoogste rente momenteel ca. 1,3%) wordt er per saldo zelfs aan verdiend.
Vanaf 1 september 2015 veranderen de regels voor een studiefinanciering en verdwijnt de basisbeurs voor HBO en universiteit (niet voor MBO). Wel blijft er nog een aanvullende beurs bestaan voor studenten met minder draagkrachtig ouders. Deze hoeft niet te worden terugbetaald als binnen 10 jaar een diploma wordt behaald. Ook wordt de bijverdiengrens afgeschaft, studenten mogen onbeperkt bijverdienen. Daarnaast wordt de terugbetaaltermijn, de zgn. ‘aflosfase’, verlengd van 15 naar 35 jaar. De rente, die 5-jaarlijks wordt herzien, bedraagt 0,12% op jaarbasis en is in de afgelopen 18 jaar nooit hoger geweest dan 1,5%.